Het vlaggensysteem, een waardevolle methodiek die helpt bij gezonde seksuele ontwikkeling van jongeren.
Aandacht voor gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren is van belang. Dat wordt benadrukt in de training Basis Intimiteit & Seksualiteit (het vlaggensysteem). Op het gebied van intimiteit en seksualiteit speelt er veel bij jongeren. Heleen Wientjens, trainer Jeugdformaat academie en maatschappelijk deskundige bij Kenniscentrum Kind en Scheiding: “Toch blijkt het nog steeds best een lastig onderwerp te zijn. Zo komt er bijvoorbeeld ongemak bij kijken. Terwijl er voor hulpverleners en onderwijsprofessionals juist een belangrijke ontwikkeltaak ligt. Er kan hier nog iets opengebroken worden. En dat is wat er tijdens de training Basis Intimiteit & Seksualiteit (het vlaggensysteem) gebeurt!”
Met behulp van het Vlaggensysteem kun je lichamelijkheid en seksuele gedragingen van een kind of jongere duiden. In de training Basis Intimiteit & Seksualiteit (het vlaggensysteem) leer je hoe. Ook geeft het systeem handvatten om het verschil te zien tussen een gezonde seksuele ontwikkeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Door de methodiek te kennen en toe te passen kun je op een passende manier reageren en het gesprek aangaan op dit gebied.
Een positieve, passende rol innemen
De training Basis Intimiteit & Seksualiteit (het vlaggensysteem) is geschikt voor iedereen die met jongeren werkt, zoals hulpverleners en professionals in het onderwijs. Heleen Wientjens geeft sinds vorig jaar training bij Jeugdformaat academie, waaronder deze en de trainingen Omgaan met hechtingsproblematiek en Schoolstress de baas. Door de MeToo-beweging vindt zij de training Basis Intimiteit & Seksualiteit (het vlaggensysteem) des te interessanter om te geven. “Er wordt veel geroepen en er is veel om te doen. Al snel gaan we als hulpverleners dan ook in de opvoedingsrol zitten. Maar welke rol is nu eigenlijk passend bij de seksuele ontwikkeling van jongeren? Dat is precies waar het Vlaggensysteem je bij gaat helpen. Het is een mooie tool om goed te kunnen meten wat past bij de ontwikkeling van de jongeren, wat de grens is en hoe je het aanpakt op het gebied van onder andere intimiteit, relaties, verbinding, hoe kijk je naar je eigen lichaam en wat is je eigen identiteit. Er is met name nog relatief weinig aandacht voor de manier waarop we deze onderwerpen aanvliegen. Er is een verschil tussen de focus leggen op wat er misgaat of het juist positief benaderen en aandacht besteden aan wat nu gezond is en wat niet. Het is mooi als je als hulpverlener op dit gebied uit de beschermende rol kunt stappen en kunt herkennen wat ongezond en gezond gedrag is. Zo geef je seksueel gedrag van kinderen veel meer betekenis en duiding.”
Vlaggensysteem
Tijdens de training leren de deelnemers het Vlaggensysteem kennen. Aan het Vlaggensysteem zijn zes criteria verbonden: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, leeftijds- en ontwikkelingsadequaat, contextadequaat/passend bij de situatie en impact en zelfrespect. De training bestaat uit twee bijeenkomsten. “Allereerst nemen we het stappenplan van het systeem door aan de hand van een situatie. De deelnemers krijgen verschillende tekeningen te zien waarop diverse situaties te zien zijn. Deze situaties gaan ze beoordelen. Eerst subjectief en daarna objectief, aan de hand van de zes criteria. De criteria worden met elkaar besproken en vervolgens gaan de deelnemers in groepjes uiteen om de situaties te vlaggen als groen, geel of rood. Deze kleuren geven de mate aan van of iets seksueel gezond is of niet.”“In de tweede bijeenkomst gaan we in op het voeren van het gesprek. Als je opmerkt dat iets overschrijdend is in jouw klas of groep, met wie ga je dan in gesprek en hoe? Wat als je ongemak voelt, hoe ga je daarmee om? In het gesprek neem je mee wat je uit het systeem geleerd hebt. Door het Vlaggensysteem te kennen ga je met andere ogen naar situaties kijken en leer je ook hoe je zelf naar een situatie kijkt. Je eigen referentiekader speelt daar een rol in. Als je weet hoe jij er zelf naar kijkt, je hier bewust van bent en je realiseert dat iemand anders een heel ander referentiekader kan hebben, dan kun je nog makkelijker het gesprek voeren. Het is leuk om te zien dat er discussies ontstaan binnen de groep, waarin iedereen zijn eigen normen en waarden meeneemt. Vervolgens is het dan goed om het Vlaggensysteem er weer bij te halen en het te bespreken. Maar verschillen mogen er ook zijn!”